Selecteer een pagina

Gids over Luxemburgse effectiseringsinstrumenten

Effectiseringsinstrumenten (securitization vehicles – SV’s) worden steeds populairdere, tastbare activa op de markt. Het is een juridisch eigendom van een vennootschap en haar dochterondernemingen door gebruikmaking van het bedrijfskapitaal, de verkoop en andere liquide middelen. Deze voertuigen zijn een bron van aankopen door derden die de onderneming immuniteit biedt in termen van kredietrisico.

Met andere woorden, het verwijst naar twee verschillende dingen: a) een volledige faillissementsdochter die uitsluitend is opgericht om een of meer effectiseringen tot stand te brengen waarnaar de onderneming of haar dochterondernemingen overdragen Securitisatie Activa en Belangen van Derden uit te geven; en b) een dochteronderneming die uitsluitend is opgericht met het doel Securitisatie Activa van de vennootschap en andere dochterondernemingen te kopen.

In de loop der jaren hebben ook de Luxemburgse bedrijven het belang van deze SV’s ingezien, wat blijkt uit de toenemende populariteit ervan in de regio. Over het geheel genomen worden de effectiserings- en financiële transacties in Luxemburg beschouwd als een van de sterkste punten van de financiële sector. De laatste tijd zijn naar verluidt ongeveer 1000 SV’s geregistreerd en verwacht wordt dat dit in de toekomst nog sneller zal gaan.

De Luxemburgse Securitisatiewet is op 22 maart 2004 aangenomen en is herhaaldelijk gewijzigd en aan een kritisch onderzoek onderworpen. Om de securitisatie van een bijna eindeloos spectrum van risico’s te vergemakkelijken, biedt Luxemburg een pragmatisch en veilig juridisch en fiscaal systeem dat de securitisatie van vele soorten securitisatie-instrumenten (securitisation vehicles – SV’s) mogelijk maakt, met verminderde complexiteit en bijna volledige fiscale neutraliteit.

De meest recente wijziging is echter begin dit jaar doorgevoerd (op 9 februari 2022). Met deze laatste wijziging zijn een aantal nieuwe praktijken ontstaan. De ontluikende praktijken omvatten zowel nieuwe marktpraktijken als regelgeving om de betrokken partijen meer vrijheid te geven.

Juridische factoren rond securitisatie in Luxemburg:

Er zijn twee basisaspecten die bij securitisatie komen kijken. Deze omvatten de passiva en activa van een derde partij samen met de klassieke marktkapitaalstructuren. De vorderingen en activa omvatten financiële activa die door derden zijn aangegaan of die de onderneming rechtstreeks in eigendom heeft. Zij garandeert de waarde van het geld en het rendement van de financiële instrumenten, ook op de ingediende vorderingen.

Ten tweede worden de klassieke marktkapitaalstructuren, met inbegrip van commerciële activa, door SV’s tegen faillissement beschermd. Zij zijn meestal gebaseerd op echte verkoopondernemingen of misschien een deel van een portefeuille die op een veilige manier kunstmatig is gemaakt. Hoe dan ook, de regeling is veilig gesteld voor de belegger.

Ondanks alle veiligheid worden portefeuilles met één activum echter als veiliger beschouwd in vergelijking met portefeuilles met verplichtingen jegens derden. De liquiditeit en volatiliteit van de activa brengen verder risico’s en denkbare lacunes in de securitisatie met zich mee.

De transacties worden bevestigd nadat de structurele mogelijkheden zorgvuldig zijn geanalyseerd. Tijdens het transactieproces geeft de nieuwe wijziging de SV de vrijheid om een activum direct of indirect te kopen, met een aanzienlijke speelruimte.

Bron van financiering van effectiseringsinstrumenten (SV’s)

Juridisch gezien bestaat er geen perfecte definitie van dergelijke activa die onder de SV’s vallen. Zij kunnen een verscheidenheid aan financiële activa omvatten, waaronder marktaandelen en aandelenobligaties. Deze activa zijn immaterieel en worden gesecuritiseerd tegen de risico’s als het op rendement aankomt.

Schuldbekentenis:

De meeste financiële instrumenten in Luxemburg van SV’s zijn schuldbewijzen. Dit betekent dat het risico op een faillissement minimaal is, wat de SV’s ervan weerhoudt zich in de schulden te steken om hun bedrijfsactiviteiten in stand te houden. Dit onderwerpt hen ook aan buitenlandse wetgeving die bepaalt hoe veilig of onveilig een investering is. De waarde en het dividend, samen met de omheining eromheen, weerspiegelen de prestaties en de toekomstige waarde van een effectiseringsvehikel (SV).

Euro-MTF:

De Euro MTF, een multilaterale handelsfaciliteit, en de Luxemburgse effectenbeurs, een Europese gereglementeerde markt, maken beide deel uit van de Luxemburgse effectenbeurs. De financiële instrumenten kunnen in Luxemburg of in het buitenland worden verhandeld.

Financiering binnen de groep:

De gemoderniseerde Securitisatiewet bepaalt dat SV’s financiering kunnen krijgen via leningen of intragroepsfinanciering De wetten hebben de financieringsmogelijkheden voor SV’s aanzienlijk vergroot. SV’s hebben nu een veel breder scala aan financieringsbronnen tot hun beschikking (voorheen was financiering door middel van leningen slechts onder beperkte omstandigheden mogelijk). Het effectiseringsvehikel (SV) is nu verplicht elke soort lening terug te betalen die hen in een positie van verplichting brengt.

Beleggers

Beleggen in Luxemburg is aan geen enkele beperking onderworpen. Niettemin dienen beleggers uit andere landen zich bewust te zijn van de wetgeving inzake financiële instrumenten die op hen van toepassing kan zijn. Voor in aanmerking komende beleggers in Luxemburg gelden geen beperkingen uit hoofde van de wet.

Oprichting van een effectiseringsvehikel (SV) in Luxemburg:

Een Luxemburgs effectiseringsvehikel (SV) kan op verschillende manieren worden opgericht. Een effectiseringsvehikel in Luxemburg kan worden opgezet als:

  1. een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (Sàrl)
  2. een naamloze vennootschap (NV)
  3. een coöperatieve vennootschap (SCOA)
  4. een mede-eigendom van activa
  5. een vennootschap onder firma (SNC)
  6. een vereenvoudigde commanditaire vennootschap of een speciale vennootschap (SCS of SCSp)
  7. een vennootschap onder firma die aandelen uitgeeft (SCA)

In de meeste gevallen zijn de noodzakelijke wijzigingen van de Securitisatiewet van toepassing op SV’s die als vennootschap zijn georganiseerd. In een paar zeldzame gevallen worden de SV’s echter gecontroleerd door het Luxemburgse vennootschapsrecht.

Hoewel vennootschappen het leeuwendeel van de Luxemburgse special purpose vehicles (SV’s) uitmaken, kunnen bepaalde beleggers de voorkeur geven aan de flexibelere structuur van SV’s die als personenvennootschappen zijn georganiseerd.


Gescheiden compartimenten principe

:

De Securitisatiewet staat de creatie van afgeschermde compartimenten binnen de SV toe, hetgeen een ondubbelzinnige scheiding mogelijk maakt van de activa en de verantwoordelijkheden die aan elk compartiment verbonden zijn. De rechten en vorderingen van beleggers en schuldeisers die aan een bepaald compartiment verbonden zijn, zullen beperkt zijn tot de activa van dat compartiment, die alleen toegankelijk zullen zijn om aan die rechten en vorderingen te voldoen. Het staat niet in de statuten van het effectiseringsvehikel (SV), maar de beleggers moeten elk compartiment behandelen alsof het een eigen bedrijf is, wanneer zij met elkaar interageren.

Compartimenten kunnen worden gecreëerd door het bestuursorgaan van de SV met een eenvoudige stemming, die moet worden bekrachtigd in de oprichtingsdocumenten van de organisatie. Een onderneming kan ervoor kiezen een enkel compartiment van een SV te liquideren in plaats van de hele SV te liquideren.

Bijgevolg kunnen de jaarrekening en de winstuitkeringen van een met eigen vermogen gefinancierd compartiment voortaan uitsluitend door de aandeelhouder van het compartiment worden goedgekeurd. In vergelijking met het vorige systeem kan deze wijziging als een grote vooruitgang worden beschouwd.

De rechtsmiddelen zijn beperkt. Er is geen mogelijkheid om te protesteren, en ondergeschiktheid is endemisch. Daarom zijn de door Luxemburgse SV’s uitgegeven financiële instrumenten onderworpen aan contractuele beperkingen inzake regres, niet-verpanding, en achterstelling, met inbegrip van tranching. Deze beperkingen zijn ingevoerd om investeringen veilig te stellen en faillissement te voorkomen.

De beschikbare opties voor de liquidatie en de verdeling van de activa zijn slechts een suggestie en niemand is wettelijk verplicht om dat te doen. Zij zijn vrij om hun vrije wil uit te oefenen als het gaat om de spreiding van hun middelen in verschillende fasen.

Rating van financiële instrumenten:

Naast de herziening van de Securitisatiewet maakt het wettelijk kader het nu mogelijk een uitgebreide reeks criteria toe te passen op de rating van financiële instrumenten die het Securitisatievehikel (SV) uitgeeft; het in het kader van een SV uitgegeven instrument omvat deelnemingsrechten, aandelen en schuldinstrumenten.

Reglementering van de SV’s in Luxemburg:

In Luxemburg is de overgrote meerderheid van de SV’s niet gereglementeerd. De Luxemburgse wet vereist geen reglementering van een SV indien deze geen financiële instrumenten aan het grote publiek verstrekt en dit niet op permanente basis doet. Een onderneming die op regelmatige basis financiële diensten verleent aan het publiek moet onderworpen zijn aan de regelgeving van de Luxemburgse toezichthoudende autoriteit voor de financiële sector (CSSF).

Verkoop van de effecten van securitisatie-instrumenten (SV’s):

Het loutere feit dat een onderneming aan een beurs is genoteerd, impliceert niet dat zij klaar is om aan het grote publiek te worden verkocht. Om te bepalen of een emissie al dan niet een aanbieding aan het publiek behelst, zal een “doorkijkbenadering” worden gehanteerd ten aanzien van alle tussenpersonen die voor de distributie of het mechanisme zorgen.

Het wordt niet beschouwd als een openbaar aanbod in het kader van een Luxemburgse SV wanneer financiële instrumenten uitsluitend worden aangeboden aan professionele cliënten, zoals bepaald in de Luxemburgse Bankwet van 1993, of wanneer zij alleen via onderhandse plaatsingen in Luxemburg worden aangeboden. Om van de verplichting tot openbare aanbieding te worden vrijgesteld, moet aan elk van deze voorwaarden zijn voldaan. Financiële instrumenten met een nominale waarde van 100.000 EUR of meer worden doorgaans niet geacht op dezelfde wijze aan het grote publiek te worden uitgegeven.

Beperkingen:

De Securitisatiewet expliciteert nu dat een aanbod geacht wordt op “doorlopende” basis te worden gedaan indien financiële instrumenten meer dan drie keer per jaar op regelmatige basis worden uitgegeven (rekening houdend met het totale aantal uitgiften van alle compartimenten).

In het geval van ongecontroleerde SV’s is het niet nodig een aanvraag in te dienen bij de CSSF. De selectie van een gereglementeerde administrateur, beheerder of bewaarder is niet bij verordening voorgeschreven. Bovendien zijn noch de documenten van de SV, noch haar bestuursleden onderworpen aan reglementair toezicht of reglementaire goedkeuring.

Indien de uitgifte van financiële instrumenten onder een van de vrijstellingen valt krachtens de Luxemburgse prospectuswet die de EU-prospectusrichtlijn ten uitvoer legt, hoeft een niet-gereglementeerde Luxemburgse SV geen enkel memorandum voor onderhandse plaatsing, prospectus of aanbiedingsdocument uit te geven.

Vervreemding van activa van securitisatie-instrumenten (SV’s):

Het securitiseren van risicoportefeuilles die actief worden beheerd door de SV of een derde partij, zoals collateralized loan and debt obligations, is nu mogelijk indien de financiële instrumenten van het securitisatievehikel (SV) worden uitgegeven via een onderhandse plaatsing. Een belangrijke verschuiving ten opzichte van de passieve beheersstrategie die in het verleden werd gebruikt, heeft de weg vrijgemaakt voor de vorming van meer collateralized loan obligations (CLO’s) en collateralized debt obligations (CDO’s) in Luxemburg.

Behandeling van SV’s in Luxemburg:

Er zijn geen bankvergunningsvereisten voor een SV in Luxemburg, waardoor zij haar eigen fondsen kan beheren, een beroep kan doen op derden-dienstverleners (inclusief de cedent of initiator van de fondsen) en/of derden-dienstverleners kan aanwijzen. Wat het beheer van activa betreft, kan een SV dit intern doen of externe hulp inhuren.

Bescherming van SV’s:

Vroeger kon een zekerheidsrecht slechts om één van twee redenen worden toegekend. Zij moet de verplichtingen van de SV in verband met de effectisering van dergelijke activa of ten gunste van haar beleggers waarborgen. Eenieder die deze verordening overtreedt, zal zijn zekerheidsrecht nietig en ongeldig verklaard zien.

De wet op de securitisatie maakt het mogelijk dat een SV zekerheid stelt voor aan securitisatie gerelateerde verplichtingen. Als gevolg daarvan kunnen andere partijen dan de directe debiteuren van de SV en/of haar dochterondernemingen zekerheidsrechten verwerven in de gesecuritiseerde portefeuille. De securitisatiewet daarentegen staat nu toe dat een SV zekerheid stelt voor verplichtingen die verband houden met de securitisatieoperatie.

Dienstverleners

Vaak kan het effectiseringsvehikel de Luxemburgse Domiciliëringsagent kiezen, die bovendien een statutaire zetel moet aanbieden. Hij kan ook helpen met financiële verslaglegging en belastingvoorbereiding. Alle SV’s, ook die welke niet door de CSSF zijn gereglementeerd, moeten een beroep doen op onafhankelijke auditors om hun jaarlijkse financiële rekeningen te controleren.

De bewaring van de liquide middelen en effecten van gereglementeerde SV’s moet worden toevertrouwd aan een kredietinstelling die in Luxemburg is gevestigd of daar rechtspersoonlijkheid heeft. De aandeelhouders van de SV moeten deze rekeningen ten minste eenmaal per jaar goedkeuren en vervolgens publiceren.

Rapportageverplichtingen:

Luxemburgse securitisatie-instrumenten moeten bepaalde informatie rapporteren aan de Europese Centrale Bank (de ECB) op grond van respectievelijk Verordening ECB/2013/40 en Circulaire 2014/236 van de Luxemburgse Centrale Bank betreffende het verzamelen van statistische gegevens voor securitisatie-instrumenten. Deze regels zijn respectievelijk door de Europese Centrale Bank en de Luxemburgse Centrale Bank vastgesteld.

Bij het aangaan van derivatentransacties kunnen SV’s ook onderworpen zijn aan specifieke verslagleggings- en andere vereisten die door de verordening betreffende de Europese marktinfrastructuur (EMIR) zijn vastgesteld.

In bepaalde gevallen zullen zij ook verplicht zijn informatie te verstrekken in overeenstemming met EMIR (EU-verordening nr. 648/2012), naast het nakomen van andere verplichtingen zoals het sluiten van derivatencontracten.

Er is een nieuwe eis dat zowel nieuwe als bestaande securitisatiefondsen zich nu moeten registreren bij het Luxemburgse handels- en vennootschapsregister. Volgens de wijziging van 8 juni 2011 vallen ABMD-entiteiten die uitsluitend tot doel hebben een of meer securitisatietransacties uit te voeren in de zin van artikel 1, lid 2, van de Verordening ECB/2013/40 (de voor een bijzonder doel opgerichte entiteiten voor securitisatie), in de regel buiten het toepassingsgebied van de Richtlijn 2011/61/EU van de Europese Unie uitgevaardigd in 2011.

Vrijstelling van de AIFM-wetgeving:

De AIFM-wet (beheer van alternatieve beleggingsfondsen) is niet van toepassing op de volgende gevallen:

  • primaire kredietverstrekkers, met inbegrip van entiteiten waarvan de hoofdactiviteit bestaat in het verstrekken van nieuwe leningen, zijn betrokken
  • SV’s geven gestructureerde producten uit die hoofdzakelijk synthetische blootstelling aan andere activa dan leningen bieden
  • in omstandigheden waarin de overdracht van het kredietrisico slechts een bijkomstig karakter heeft.

Alternatieve beleggingsfondsen (abi’s)

Maar ook al voldoen SV’s aan de vereisten van de AIFM-wet om als special purpose entity voor securitisatiedoeleinden te worden aangemerkt, zij voldoen niet aan de criteria om als alternatief beleggingsfonds (AIF) te worden aangemerkt. Dit is het geval indien zij alleen op schuld gebaseerde financiële producten uitgeven of niet worden beheerd volgens de normen van een “vastgelegd beleggingsplan”.

Verordening van de Europese Unie inzake de securitisatie van activa

Luxemburgse SV’s zullen van de verordening worden vrijgesteld omdat de definitie van securitisatie in de Securitisatiewet ruimer is dan in de verordening.

Nadat de Verordening (EU) nr. 2017/2402 van de Europese Unie op 17 januari 2018 in werking is getreden, vallen transacties die securitisatie bevatten, onder deze verordening. Dit betekent dat de definitie van “securitisatie” in de verordening op individuele basis zal moeten worden getoetst, ondanks het feit dat in de praktijk tot dusver veel securitisatietransacties zonder bijzondere regelgeving zijn uitgevoerd.

Belastingstelsel van de effectiseringsinstrumenten (SV)

Er zijn geen vrijstellingen van de Luxemburgse vennootschapsbelasting voor een SV die als vennootschap wordt opgericht. Ter herinnering: een SV kan bij de oprichting worden opgericht als rechtspersoon of als vermogensbestanddeel in handen van derden.

Netto vermogensbelasting:

De mogelijkheid bestaat dat een SV jaarlijks een minimumbelasting op het nettovermogen (NWT) moet betalen. De jaarlijkse minimum NWT-heffing voor SV’s bedraagt 4 815 euro indien hun balans voor ten minste 90% uit in aanmerking komende financiële activa en bankkasmiddelen bestaat. De SV moet onderworpen zijn aan het SV-belastingstelsel om dit te kunnen toepassen. Voor SV’s die niet aan de bovenstaande criteria voldoen, kan de jaarlijkse prijs voor de NWT variëren van 535 tot 32.100 euro, afhankelijk van het totale bedrag van de bruto-activa van de onderneming.


Onderneming

Inkomen

Belasting (CIT)

De vennootschapsbelasting (CIT) op het totale inkomen voor het belastingjaar 2022 zou 18,19 procent bedragen, inclusief de solidariteitstoeslag van 7 procent voor het werkgelegenheidsfonds. Dit zou dus een totaal belastingtarief van 24,94% opleveren.

Dit kan worden vermeden als de belastingstructuur van SV effectief kan worden uitgevoerd. Een vennootschap kan rente, dividenden of andere betalingen aan houders of schuldeisers van haar uitgegeven effecten aftrekken, zelfs indien de SV onderworpen is aan het Geaggregeerde Tarief, aangezien dergelijke betalingen aftrekbaar zijn bij de vaststelling van het totale belastbare inkomen van de vennootschap.

Het uitgebreide netwerk van Luxemburgse dubbelbelastingverdragen biedt de SV toegang tot EU-richtlijnen (zoals de moeder-dochterrichtlijn) en EU-regelgeving.

Fiscaal transparante voertuigen:

Een fiscaal transparant vehikel is een op een securitisatiefonds gebaseerd special purpose vehicle. Het zijn de beleggers in SV die uiteindelijk aansprakelijk zijn voor het betalen van belastingen op de gegenereerde inkomsten, niet het securitisatie-instrument zelf.


Luxemburgse wetgeving inzake inkomstenbelasting (LITL)

:

De Luxemburgse belastingdienst heeft op 8 januari 2021 circulaire L.I.R. nr. 168bis/1 gepubliceerd. Met behulp van de circulaire kunnen belastingplichtigen beter begrijpen hoe de nieuwe regeling inzake renteaftrekbeperking, die is ingevoerd bij de Anti-Tax Avoidance Directive (EU) 2016/1164 van 12 juli 2016, zou worden toegepast. (ATAD).

Voor zover een belastingplichtige in een bepaald belastingtijdvak “hogere financieringskosten” maakt, is krachtens artikel 168bis van de Luxemburgse wet op de inkomstenbelasting (LITL) slechts 30 procent van de EBITDA van de belastingplichtige of 3 miljoen euro aftrekbaar, afhankelijk van welk bedrag het hoogst is. Artikel 168bis van het LITL is gewijzigd om er de voorschriften van de wet in op te nemen. De bedoeling van deze bepaling is ondernemingen ervan te weerhouden hun totale belastingdruk te verlagen door buitensporige rentebetalingen te verrichten, hetgeen in overeenstemming is met het door de ATAD geformuleerde doel en met de opmerkingen die zijn gemaakt over de voorlopige bewoordingen van de wet.

ATAD I en II:

Als gevolg van recente ontwikkelingen in BEPS, zoals de Anti-Tax Avoidance Directive (ATAD), die op 1 januari 2020 in de Luxemburgse wetgeving inzake inkomstenbelasting (LITL) werd geïmplementeerd (ATAD I) en vervolgens op 1 januari 2022 (“ATAD II”). ATAD I, is toegespitst op de vaststelling van wetten voor gecontroleerde buitenlandse ondernemingen, nieuwe voorschriften inzake rentebeperking, anti-hybrideregels en exitheffingen, alsmede algemene anti-ontwijkingsregels.

De hybride mismatch-criteria van ATAD I zijn nu ruimer toepasbaar dankzij ATAD II, dat nieuwe beperkingen bevat voor het omgekeerde hybridisatieproces. Wat internationale effectiseringen betreft, bestaat een van de problemen en ambities van Luxemburg op wetgevingsgebied erin SV’s en/of hun bijzonderheden zoveel mogelijk flexibel en aanpasbaar buiten het ATAD-gebied te houden, zodat Luxemburg aantrekkelijk blijft voor de afwikkeling van effectiseringstransacties.

Multilaterale instrumenten:

Wat de anti-verdragsbepalingen betreft, zijn zowel de BEPS-inspanningen als de uitvoering van die maatregelen door de aanneming van het multilateraal instrument (MLI) in dit verband relevant. Om te voldoen aan de meest recente anti-BEPS-regelgeving, biedt het MLI deelnemende staten zoals Luxemburg een gebruiksvriendelijk instrument.


Beperking van voordelen (LOB)

:

Maatregelen ter beperking van de voordelen (LOB), of op zijn minst de toets van het hoofddoel, moeten worden ingevoerd om regeringen te ontmoedigen te “trakteren”. Als gevolg van de LOB-vereiste mogen SV’s, net als collectieve beleggingsinstellingen, de voordelen van belastingverdragen niet worden ontzegd. Aangezien de LOB-regel zeer zeker niet zal kunnen worden nageleefd door een Luxemburgse SV (beleggers wonen meestal niet in Luxemburg).

Daarom moeten SV’s worden behandeld als ingezetenen van verdragsluitende staten die belastingplichtig zijn in die staat en die de uiteindelijke gerechtigden zijn tot hun inkomsten uit arbeid en inkomsten. Eigendom van en zeggenschap over inkomsten en winsten van SV’s moeten eveneens verplicht worden gesteld. Om in aanmerking te komen voor de voordelen van verdragen, moet een SV aan bepaalde criteria voldoen.

Principal Purpose Test (PPT):

Het merendeel van de Luxemburgse belastingverdragen zal voortaan een “Principal Purpose Test” (PPT) bevatten. De meest recente OESO-richtlijn bevat een aantal vereisten waaraan Luxemburgse SV’s moeten voldoen. In de gids wordt ook een SV als voorbeeld gebruikt.

Er zijn verschillende manieren waarop PPT kan worden uitgevoerd. Zij kan worden gebruikt als gemeenschappelijke munt van de regionale groepering. Het moet worden uitgevoerd samen met een goede reputatie bij de investeerders door te zorgen voor de beschikbaarheid van gekwalificeerde arbeidskrachten die meertalig zijn en gevestigd zijn in een rechtsgebied dat lid is van die bepaalde regionale groepering.

Naast de geloofwaardigheid en het wederzijds vertrouwen tussen de investeerders en de werknemers, speelt ook de politieke stabiliteit in dit geval een vitale rol. Als een regering niet stabiel is, kunnen verschillende wijzigingen en beleidsmaatregelen de SV’s beïnvloeden.

Voorts kunnen ook strikte richtsnoeren inzake de effectisering van activa en een uitgebreid wereldwijd netwerk van dubbelbelastingverdragen van cruciaal belang zijn voor de tenuitvoerlegging van PPT.

Wetgeving inzake verrekenprijzen:

De Luxemburgse regering heft bronbelastingen en kapitaalheffingen, behalve een vaste heffing van 75 euro bij de oprichting en eventuele statutenwijzigingen voor SV’s die als vennootschap worden opgericht.

De managementdiensten van een SV kunnen onderworpen zijn aan BTW, die van geval tot geval wordt aangepast. De niet-gereglementeerde SV’s zijn echter vrijgesteld van reglementaire vergoedingen.

De artikelen 56 en 56 bis LIR van het LITL verruimen en verduidelijken het verrekenprijsrecht dat van toepassing is op Luxemburgse SV’s, naast de algemene verrekenprijsvereisten. Hoewel dit in de praktijk slechts een beperkte invloed zou mogen hebben, moet er toch rekening mee worden gehouden als het om verdragszaken gaat.

Als gevolg van de evoluerende Luxemburgse wetgeving inzake verrekenprijzen, met inbegrip van de circulaire inzake groepsfinanciering (die de regels voor financieringstransacties binnen een groep verduidelijkt), en in het bijzonder de nieuwe circulaires nrs. LIR 56/1 en LIR 56Bis/1, hebben de Luxemburgse belastingautoriteiten hun aandacht voor transacties met verbonden partijen versterkt. Dit is het gevolg van wijzigingen in de Luxemburgse regelgeving inzake verrekenprijzen. De Circulaire Groepsfinanciering is niet van toepassing op de verrichtingen van een SV, aangezien er geen actief vermogensbeheer is bij de verrichtingen die normaliter door een SV worden uitgevoerd.

Bottomline:

Wegens het ontbreken van gedefinieerde normen inzake onderkapitalisatie of minimumkapitalisatie in de Luxemburgse belastingwetgeving zijn in Luxemburg gevestigde ondernemingen, zoals SV’s, vrijgesteld van de verhouding tussen vreemd en eigen vermogen. Zelfs indien thin capitalization is toegestaan, is dit het geval.

Wat de gewone SOPARFI’s betreft, hebben de Luxemburgse belastingautoriteiten administratieve praktijken gecreëerd die een verhouding van 85/15 tussen vreemd en eigen vermogen beschouwen als een veilige haven voor investeringsholdingoperaties door SOPARFI’s waarvan het enige onderpand hun eigen activa zijn.

Luxemburgse beleggingsholdings die hun eigen activa als zekerheid voor hun beleggingen gebruiken, zijn aan deze praktijk onderworpen. Eén procent aandelen en 14 procent renteloze aandeelhoudersleningen vormen de resterende 15 procent. Door dit verschil tussen Luxemburgse SV’s en SOPARFI’s kunnen zij wellicht een betere efficiëntie bereiken.

Damalion Luxembourg helpt u met een ondernemersmentaliteit om uw businessmodel te begrijpen en u duurzame waarde te bieden.


Neem contact met ons op
om uw securitisatievoertuig vandaag nog te registreren.